De muizen

Naziazeno, een ambtenaartje in een provinciestad in het diepe zuiden van Brazilië, krijgt op luide toon, zodat de hele buurt van zijn schande zal weten, van zijn melkboer te horen dat hij eerst moet betalen als hij nog melk wil. Een dag vol kwellingen breekt nu voor hem aan. Op alle manieren probeert hij aan geld te komen en begint een ware odyssee door de stad. Hij vraagt zijn chef het bedrag te leen, maar die weigert. Hij zoekt zijn heil in gokken, roulette, in de locale dierenlotto en bij de lommerd, tevergeefs. Aan het eind van de middag lukt het hem ten slotte het bedrag te lenen van een vriend. Uitgeput gaat hij naar huis, naar vrouw en kind, en als hij in bed ligt, hoort hij ineens geritsel in de eetkamer, waar de melkkan staat en de geldbiljetten klaarliggen. Muizen…?
De rest van de nacht ligt hij te luisteren naar het geknaag en geritsel en stelt zich voor hoe het ongedierte zijn geld wegvreet. Hij maakt angstige, doorwaakte uren door. Tot hij in de vroege ochtend de deur hoort opengaan… De lezer voelt hoe Naziazeno’s benauwenis met de minuut toeneemt en omslaat in bijna regelrechte paniek.
De roman is geschreven in een karige maar dwingende stijl en wordt gezien als een van de belangrijkste romans uit de tweede fase van het Braziliaanse modernisme.
Dyonélio Machado, in 1895 geboren in Barro do Quaraí in het diepe zuiden van Brazilië, werkte als psychiater in Porto Alegre, waar hij in 1985, bijna negentig jaar oud, ook is overleden. Hij debuteerde in 1927 met een verhalenbundel. In 1934 verscheen de roman die hem bekend maakte: “De muizen”, bekroond met de eerste Prêmio Machado de Assis, acht jaar later gevolgd door “O Louco do Catí” ( De gek van Catí) en nog eens twee jaar later door “Desolação” (Ontreddering). Daarna bleef het lang stil, tot hij in de jaren zeventig en tachtig nog een aantal romans publiceerde.