We schrijven 11 november 1975 en de Portugese kolonie Angola wordt na een bloederige koloniale oorlog onafhankelijk.
Kroniek van het vermoorde huis vertelt over de ondergang van een plattelandsfamilie uit de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais, die zich in de eerste helft van de twintigste eeuw krampachtig vastbijt in oude glorie en een afbrokkelende traditie.
In de tweetalige bloemlezing Ik heb de tijd op je naam gezet zijn gedichten uit de Portugese literatuur verzameld die van de zestiende eeuw tot nu geschreven zijn door vrouwen.
Dwalen door het veelkleurige labyrint van Lissabon met Pessoavertaler Harrie Lemmens en fotografe Ana Carvalho.
De andere kant van de zee van António Lobo Antunes is een caleidoscopische roman over herinneren en over het menselijk tekort, van een van de belangrijkste Portugese auteurs.
Salomé eist het hoofd op van Johannes de Doper, de duim van Abdelkader Benali bladert zich een weg door het Boek der rusteloosheid, Pessoa schept zijn eigen Faust, Yves van Kempen brengt de dichter in contact met José Saramago en Ana Carvalho maakte foto’s voor het kleurkatern.
Fernando Pessoa was niet alleen de grootste dichter van Portugal, hij schreef ook korte verhalen, essays, toneelstukken en pamfletten, richtte kranten en tijdschriften op en ‘verdeed’ zijn tijd met het maken van plannen in cafés.
De Portugese dichteres Maria do Rosário Pedreira (Lissabon 1959) schrijft over liefde – romantisch maar tegelijkertijd reflecterend aards – en over het gevoel dat rest na afloop door vertrek of dood.
Na een introductienummer, een Saramago-special en een poëzienummer staat deze vierde papieren editie van Zuca-Magazine, digitaal tijdschrift voor de verspreiding van Portugeestalige literatuur in Nederland en Vlaanderen, in het teken van Brazilië en de kunst van het vertalen.
Zuca Sardan is een tovenaar die met zijn woorden en tekeningen vanuit het niets een nieuwe wereld schept.