Zoals een havik eerst in grote en vervolgens, wanneer hij een open veld waar leven zitten kan ontwaart, in steeds kleinere banen rondcirkelt aan het hemelzwerk, lager en lager, en hij ineens, als gestuit door goddelijke hand, hangen blijft en bidt gelijk een monnik in een cel, speurend naar konijn of rat of muis beneden op de grond, en zich, zodra hij een bevacht diertje als een pijl uit Achilles’ boog van het ene struikgewas naar het andere ziet schieten, als een steen uit Newtons proefnemingen omlaag laat vallen, vaart winnend bij iedere meter die hij daalt, en het lot van zijn prooi onherroepelijk vastligt, zoals het lot van ieder mens reeds bij de eerste schreeuw bekend is en de enige onzekerheid bestaat in de lengte van het parcours dat hij aflegt tot de klauwen van de dood hem van de heidegrond van het leven lichten, zo werd ik bij het afdalen van de Philosophenweg, in de voetsporen van de grote Hölderlin voordat hij krankzinnig werd en de rest van zijn levensdagen slijten moest in de eenzame afzondering van een toren, door mijn geestesoog omlaag naar Heidelberg geleid, steeds dieper in het hart van de aloude stad, tot ik in een afgelegen steeg het kleine antiquariaat ontwaarde met vensters die bergen boeken van binnen even blind maakten als het oog van de cycloop na zijn confrontatie met de listige Odysseus, en van buiten door hun titels uitzicht boden op de fraaiste landschappen die de menselijke natuur had kunnen scheppen, en binnendringend door de deur en slingerturend tussen torenhoge stapels banden door stevende ik zonder dralen recht op een onooglijke kist achterin af, waaruit ik, als geleid door Gods eigen hand, een prachtige Duitse uitgave viste van Homerus’ Odyssee.
Foto Ana Carvalho